Biertje?

 

De minister van handel (!) van Indonesië heeft in al zijn wijsheid besloten een bierverbod in te stellen. Bier zou vooral de jeugd in zijn land geen goed doen: ‘Er zijn al tekenen dat jongeren geen respect meer hebben voor hun ouders’, aldus minister Rachmat Gobel (Volkskrant, 18 april 2015).

                         *
Een paar jaar geleden bezochten wij Indonesië, als kinderen en kleinkinderen van in Indie geboren ouders en grootouders. Na de cultuurshock, die bestond uit het ontwijken van duizenden auto’ s en scooters in Jakarta, het aanhoren van voortdurend getoeter, de overweldigende hitte en het krioelen van mensen op straat, in kraampjes met eten, veel en lekker eten, genoten we iedere minuut van onze reis. 
                         *
In het Jakartaanse familiehotel buiten het alledaagse lawaai van het verkeer, een oase in de schrikbarende autogassenhitte, rustten wij in koele kamers en lagen wij naast een klein, met groen en stilte versierd zwembad. Zodra wij het hotel binnenstapten werden wij met alle egards ontvangen, ze waren zo blij met hun enige gasten. Wij dronken veel cola (goed tegen misselijkheid en diarree), aten overal weer andere familie-nasi, ontmoetten hartelijke mensen.
                         *
Bij het bezoek aan het oude stadshart van het voormalige Batavia zagen we nog de sfeer van weleer: vervallen pakhuizen, een groot plein met een postkantoor, een stinkende kade. Maar ook stond daar, speciaal voor ons als toerist, nog het Hollandse cafe: cafe Batavia, dat ons naar de sfeer van de koloniale tijden trok. Niemand zat in cafe Batavia. Een jonge ober nam de bestelling op. Lief en onzeker noteerde hij de eeuwige cola, een thee en een bier. ‘One bear?’, herhaalde hij zenuwachtig. En wij bevestigden: ‘Yes, one bear.’ Het was bloedheet. De ober mompelde een onduidelijke zin. Wij knikten hem vriendelijk toe. 
                         *
Het duurde even voordat de bestelling arriveerde, maar wij zaten daar heerlijk bij te komen op de rotan-stoelen die ons moesten laten denken aan vroeger tijden. We hadden uitzicht op een plein waar giechelende schoolmeisjes in blauw-witte uniformen aan ons voorbijliepen. De cola en thee werden voor ons op tafel neergezet. Weer sprak de ober enkele onduidelijk woorden, langzaam liep hij terug naar achteren.
                         *
‘Waar is jouw biertje?’, vroeg ik mijn man.
‘Tja, ik weet het niet’ en hij riep zachtjes de ober die verlegen aan kwam schuifelen.
‘We did order one beer also’, zei mijn man in zijn beste Engels.
Zenuwachtig wees de ober op de tweede witte theepot en zei: ‘It’s because of the Ramadan…’ en hij keek steels naar buiten. Wij zaten in het voorste deel van het cafe. De glazen ruimte, die godzijdank gekoeld werd, keek uit op het bloedhete plein. 
                         *
Zoals wij naar buiten konden kijken keken anderen naar binnen. En opeens begrepen wij: het bier zat verstopt in de theepot. Lachend schonk mijn man een straaltje bier in zijn porseleinen theekommetje. En we voelden ons enerzijds beschroomd (in de vergaande wens de andere cultuur te respecteren) en anderszins bevreemdde ons de hypocrisie: niet gewoon verbieden (‘we can’t offer you bear, especially not during Ramadan!’), maar het verhuld stiekem toch doen. 
                         *
En dat laatste doet het hem: verbieden werkt stiekem gedrag in de hand. Hypocrisie ligt op de loer. Wat denkt Rachmat Gobel? Zouden de rijke Indonesiërs zich door het bierverbod ervan laten weerhouden om in hun eigen huizen geen dure cognac te drinken? Zullen de straatarmen geen alcoholisch mengsel meer drinken, het zogenaamde ‘oplosan’, bestaande uit bier, Sprite, cola of rijstwijn vermengd met alcohol uit de apotheek? Nee, dat lost deze minister van handel niet op. Wel zorgt hij met dit bierverbod voor het verdwijnen van duizenden banen bij brouwerijen, het verlies van inkomsten van duizenden winkeltjes, het wegblijven van toeristen plus een miljard aan accijnzen en belasting (VK, 18-4-2015).
                         *
En waarom? Dit verbod moet de ‘ware Islam’ in Indonesië op laten rukken, mee in de vaart der geïslamiseerde samenlevingen waarin verboden, geboden, bedreigingen, straffen en onderdrukking van vrouwen aan de orde van de dag is. Maar ook samenlevingen waarin liegen en bedriegen doodnormaal is. 
                         *
En ik denk aan de jonge studenten die ons rondleidden op hun brommertjes door het levendige Yogyakarta. Hoe zij trachten te leven als goed moslim en hoe ieder van hen dat op zijn en haar eigen wijze vorm gaf. Met liefde en respect voor elkaar. Vrouwen en mannen. En hoe zij ons in onze waarde lieten. Met onze cola tijdens de Ramadan terwijl zij wachtten tot na zonsondergang met eten en drinken. Bier bestelden wij niet meer, zo zichtbaar in openbare cafe’s en restaurants tijdens de Ramadan. Waarde en respect in plaats van God en verbod. 
                         *
Ontwikkel uw land, meneer Rachman, steek uw energie in de vele jongeren die uw land rijk is, die graag willen leren en samen leven en die zich ook zonder uw verboden al dan niet houden aan de regels van de Islam. Zorg ervoor dat de miljoenen armen in uw prachtige land aan het werk komen en blijven. Beroof uw land niet van de bezoekers, die met zoveel plezier uw land bereizen, toeristen waar uw inwoners geld aan verdienen. En investeer in schoon en snel openbaar vervoer, waarmee de idiote vervuiling van uw steden door het chaotische verkeer afneemt. Een bierverbod. Lekker belangrijk.
                         ***

 

One thought on “Biertje?

  1. Heel mooi verwoord! Het tegengaan van de vervuiling vind ik veel belangrijker dan het verbieden van bier drinken en handelen. Ik vraag mij af hoe het dan met de jongeren gaat, sommige mensen drinken helemaal geen alcohol, daarvoor heeft het verbod – op het verhandelen – na geen zin. Maar iedereen ademt wel de vervuilde lucht in, dat aanpakken heeft een veel groter en gezonder effect.

    Liked by 1 person

Leave a comment