Smaak

  
Het is de eerste week van de Kerstvakantie. Ooit las ik over het lengen der dagen, zo mooi, dat ik niet wil weten wat het is. Lengen der dagen, woorden die een belofte inhouden.

                           *

Nu zijn de dagen kort. Ik schrijf in het donker met stilte om mij heen. Kinderen die geen kind meer zijn slapen. In mijn eerste halfslaap hoorde ik vannacht hun gestommel en heen-en-weer lopen. Het is vakantie. En we genieten van langzaam wakker worden, rustig beginnen en laat naar bed.

                           *

We kijken series op t.v., koken extra lekker want er is tijd. Tijd om na te denken, wat eten we? Waar hebben we zin in? En dan kiezen voor dikke ravioli’s, gevuld met spinazie. Truffelsaus en gewokte spinazie met knoflook erbij. Kleine plakjes knoflook sissen in de hete olie. De groente wordt lichtgroen en rul. De gladde ravioli, stugge vulling, zachte saus en rulle spinazie. Structuren en smaken als strelingen over de tong.

                         *

Het kind dat ‘s avonds in de keuken rommelt: ‘hier pap, mam, een kaneelbroodje!’ En het zachte deeg met kruidig kaneel ploft in de mond als eetbaar, roze bellenblaas-kauwgom dat naar vroeger smaakt. 

                          *

Overdag lachen we in de brillenwinkel om brillen waarmee je verandert van nerd in hippie, van schooljuffrouw in ‘hey, deze staat je echt leuk!’ Maar we kopen geen bril, we kijken alleen maar. We bezoeken een film in de Filmschuur. Dat prachtige gebouw in een van de oudste Haarlemse buurten. Oud- en nieuwbouw: glas en beton, baksteen en stucwerk. In zaal 2 moeten wij zijn. Het is druk. Groepjes vrouwen, mannen. 

                         *

Een paar donkere mannen krijgt uitleg in het Engels. Ik blijf even staan. Ik moet wachten op het kind. De mannen luisteren aandachtig naar de enthousiast-sprekende dame. Zij legt iets uit over het gebouw, de voorstellingen, de films. De mannen luisteren en kijken om zich heen. Ook in Haarlem worden vluchtelingen opgevangen. Is dit een groepje geïnteresseerde Syrische architectuur-liefhebbers? Toneel- en filmbezoekers? Daar is mijn kind en we gaan naar boven. De zaal is half gevuld. De stoelen zijn zacht. Stof met een grijs-zwart patroontje. We zakken erin weg.

                          *

En we worden meegenomen naar de jaren vijftig. Een warenhuis met liftboy. Een speelgoedafdeling met echte poppen: poppen met oogleedjes die op-en neergaan. Poppen met harde huidjes, deukjes onder de wangen, een poppenmondje. Een dame met kalfsleren handschoentjes koopt een cadeau voor haar kind. Van een verkoopster met poppen-ogen, zacht bruin haar met een pony. De dame heeft oranje lippen. Zij is mooi en sterk. 

                           *

Er is liefde. Liefde tussen de dame met de mooie, oranje mond en het poppenmeisje dat een baret draagt. Hoe kan je de liefde filmen? Nou, zo. 

                           *

Stil lopen we na afloop door een natte en winderige stad. ‘Wat een mooie film’, zegt mijn kind. ‘Ja, prachtig’, antwoord ik. En we denken aan het warenhuis, het bloesje van Therese met een driehoekige uitsparing op het borstbeen. De oranje mond en smalle, blauwe ogen van Carol. Zo kan de liefde zijn.

                         *

Smaakvol. 

                         ***