And a Happy New Year

Op de een na laatste dag van het jaar reden we naar het dorp waar ik al jaren werk. Ik nam een plastic tasje mee. Daar konden de telefoon, mijn sleutels, portemonnee en een envelop met inhoud in. De envelop zat vol bonnen waarmee ik vlak voor Kerst door onze werkgever blij verrast werd. Alle bonnen waren te besteden bij de plaatselijke middenstand.

*

Op miraculeuze wijze was De Telegraaf erachter gekomen dat op het bijgeleverde papiertje met deelnemende winkels (helaas niet op alfabetische volgorde waardoor het nog flink zoeken was of mijn favoriete boekhandel meedeed) de zaak ‘Happy days’ stond. Dat is de plaatselijke coffeeshop en hoe leuk is het om op de stille dagen tussen Kerst en Oud & Nieuw te kunnen koppen dat ruim 400 ambtenaren als cadeau van hun werkgever cannabis mogen kopen ‘Geen stress meer en rustig aan beginnen in het nieuwe jaar.’ Onze woordvoerder lachte op professionele wijze de vergissing weg. ‘Het was (natuurlijk) niet de bedoeling dat men wiet kon kopen’ en daarmee was de kous af.

*

En ik ging mijn bonnen omruilen voor iets leuks, moois en fijns waar ik happy het nieuwe jaar mee in zou gaan. De bonnen brandden in mijn plastic tasje. En ik zette me over het gevoel heen dat me met het inwisselen van bonnen altijd overvalt. De viezige blik waarmee men soms kijkt naar een bon: ‘Nee, daar zijn wij niet aan verbonden’ of ‘Deze bon is helaas al enkele jaren geleden verlopen’. Maar het kon niet misgaan. Wat zou de plaatselijke middenstand blij zijn met deze ambtenaar die bij hen geld kwam uitgeven!

*

Het was een grijze dag. We reden door de kale bollenvelden. Op de autoruit verschenen fijne druppels van mist, vocht en decemberkou.

‘Hoeveel oliebollen moeten we halen?’, vroeg ik. Want dat gingen we ook doen.

‘Nou, niet teveel, je zit er direct zo vol van’, antwoordde mijn man.

‘Ik kan die bonnen ook bij de bakker inwisselen’, grapte ik. Dat had ik gezien op het lijstje. Maar daar ging mijn man niet op in.

*

Met onze – met gewoon geld – gekochte oliebollen en appelflappen liepen we door het winkelcentrum. Een beetje doelloos sjokten we voort. We hadden de boekenzaak tot het laatst bewaard, het lekkerste voor het laatst.

En opeens schoot mij te binnen dat ik een nieuwe mascara wilde. Dat zou een passende besteding zijn van de bonnen! Niet al te overdreven, nuttig, best feestelijk en ik had al zoveel boeken.

‘Ik wil wel een nieuwe mascara’, zei ik en we liepen de parfumeriezaak in.

‘Kan ik u helpen?’, vroeg een iets gezette doch vriendelijke heer. Op het bordje dat schuin op zijn bloes was gespeld stond ‘Assistent-manager’.

‘Eh, ja, ik zoek een mascara’, antwoordde ik.

‘Wat verwacht u precies van een mascara?’, vroeg de man. In mijn ooghoek zag ik het gestreepte mutsje van mijn man, geduldig wachtend bij de parfums.

‘Tja, dat is een goede vraag’, zei ik, ‘Daar heb ik nooit over nagedacht.’

De man keek mij verwachtingsvol aan.

Ik zei: ‘Ik verwacht dat een mascara mijn wimpers laat krullen en volume geeft.’ Opgelucht en tevreden over het antwoord wachtte ik braaf het advies af.

‘Dan raad ik deze aan’, zei de man en doelgericht liep hij naar de uitstalling van lippenstiften, poeders, oogschaduw en mascara’s. Hij pakte twee mascara’s uit het schap.

‘Dit is een filler en dat is de mascara. Mag ik het bij u opdoen? Ja? Dan kunt u hier plaatsnemen.’ Een beetje verbouwereerd ging ik zitten op een iets te hoog stoeltje van nepleer. ‘Kijkt u maar diagonaal naar beneden’ en zachtjes bewerkte de man mijn wimpers. ‘Kijk, de harsdeeltjes zorgen ervoor dat de wimpers mooi van elkaar af gaan staan…Dan doe ik nu de mascara op, daarmee krullen ze mooi.’ Achter mij stond mijn man. Hij moest lang wachten. Zorgvuldig werden mijn wimpers gevuld en gekruld.

‘En, wat vindt u ervan?’ vroeg de man.

Ik keek in het handspiegeltje. Ik zag mijn ogen en gekrulde wimpers. Achter mij zag ik vaag de streepjes van de muts van mijn man.

‘Ja, eh.., mooi’, zei ik. ‘Hoeveel kost deze set?’

De man liep naar de toonbank en haalde de twee langwerpige pakjes langs een scanner. €55,- precies’, zei hij opgewekt. ‘Er gaat nu 25% van af.’

*

Aarzelend pakte ik de envelop uit mijn plastic tasje. ‘Eh.., kan ik deze bonnen daarvoor gebruiken?’, vroeg ik.

De man keek naar de envelop en de bonnen. Het bleef even stil.

‘Nou, ik geloof dat er wat problemen zijn met deze bonnen. Ik vraag het even voor u na bij de manager.’ Het bleek foute boel. De parfumerie-zaak was per ongeluk op de lijst beland. ‘Heel vervelend mevrouw’, zei de vriendelijke man, ‘Maar wij zijn een keten, dit is een filiaal en..’ Het was een heel verhaal.

‘Ik vind het heel jammer, u heeft mij geweldig geholpen, maar ik denk erover na. €55 vind ik nogal een uitgave voor zomaar een mascara’, zei ik. Ik liet de envelop met inhoud schielijk zakken naar de bodem van de plastic tas.

*

We keken daarna nog even rond in de plaatselijke boekwinkel.

‘Je moet eerst maar eens vragen of ze meedoen’, adviseerde mijn man. Maar het ontbrak me aan moed en lust.

Zonder iets moois, leuks en fijns reden we naar huis. Met elf oliebollen en zes appelflappen. Dát wel.

*

Én met bééldschone wimpers.

***