Geluk

image

Geluk, het zit in een klein hoekje. Soms staan in zo’n hoekje wat spullen in de weg. Ziekte, spanning, vermoeidheid of chagrijn, het kan van alles zijn. Als je de rommel verplaatst komt dat gelukshoekje soms tevoorschijn. Wel goed kijken. Voelen. Echt zien. Geloven.

Men spreekt ook wel van geluks-momenten: je hebt er soms zomaar een te pakken. Onverwacht. Je hebt geen spullen verplaatst, er is niet speciaal naar gezocht. Maar hopla, daar-is-tie.

Laatst las ik een artikel over gelukslessen op school; ik kon het bijna niet geloven, maar het bestaat:

‘De laatste jaren is er veel te doen over de vraag of je invloed hebt op je eigen geluk. Inmiddels is hiervoor het nodige wetenschappelijk bewijs geleverd. Geluk overkomt je niet, je kunt het leren. Geluk heeft alles te maken met hoe jij er jouw invulling aangeeft. Hoe meer je oefent hoe meer invloed je hebt op een gelukkig leven. (…) Kinderen leren hoe ze om kunnen gaan met tegenslagen en hun gevoelens te accepteren. Kinderen leren genieten, vriendelijk zijn, lachen met elkaar en leren het geluk in eigen hand te nemen.’*

Afgelopen woensdag was ik niet op zoek naar geluk. Maar kennelijk had ik toch wat spullen verplaatst.

De dag begint wat minder. Ik verslaap me. Dat betekent haastig wassen, aankleden, niet-op-de-fiets-maar-met-de-auto (jammer want het is schitterend weer) en niet ontbijten met het krantje. Dat klinkt niet goed. Maar, wordt vervolgd. Op het werk ben ik ruim op tijd (want met de auto) voor een wekelijkse vergadering met de managers. Deze bijeenkomst is inspirerend, zinvol en wordt uitstekend voorgezeten. Iedereen luistert. Stelt goede vragen. Gezamenlijk zoekt men naar antwoorden. Er wordt gelachen. Moment nummer een.

Vervolgens schrijf ik teksten voor de jaarlijkse begroting, die vlot uit de pen rollen. Nummer twee. Klein, maar fijn.

Een kopje koffie met collega C. die mij zegt: ‘als je een boek schrijft, dan ben ik de eerste die het koopt!’ doet mij zwevend de twee trappen oplopen naar mijn werkplek. Het derde geluksmoment. Ik tel mijn zegeningen. Ook al schrijf ik misschien nooit dat boek.

Voordat ik naar huis ga rijd ik langs bij een lieve oud-collega, die ziek is, maar vast beter wordt. Met een bos prachtige zonnebloemen bel ik aan. Helaas is ze niet thuis. Ik neem de bos mee, maak een foto ervan en stuur een mail-met-foto naar haar toe. Prompt krijg ik een berichtje terug. Graag ontvangt ze de bos. De dag erop breng ik deze alsnog langs. Op de een of andere manier is dit een moeilijk uit te leggen moment. Heeft het te maken met geven en krijgen? Ik weet het niet, maar het voelt goed.

‘s Avonds culmineert het geluk in een mooie skeelertocht in Spaarnwoude met mijn dochter. Sappige weilanden met bruine koeien. Lodderig kijken ze ons aan. Een oranje zonnetje, een groot, voorbijvarend schip vaart op wonderlijk-gelijke hoogte aan ons voorbij. Al babbelend leggen we meer dan 8 kilometer af. We verdwalen, maar lachen erom.

Daarna hebben we honger en belanden we in een Italiaans restaurantje. Eenvoudig, maar altijd goed voor een klein hapje. De nieuwe Italiaanse eigenaar vertelt over de kaart met dagverse specialiteiten. Een goddelijk menu volgt. Ik kan mij niet herinneren ooit zo goed Italiaans te hebben gegeten. Misschien op onze huwelijksreis ooit in Rome, inmiddels 21 jaar geleden? (Dat was ook een gelukkige dag, die huwelijksdag: vrienden, familie, zon, feest, plezier, heerlijk eten, muziek, zingende tantes en liefde, heel veel liefde!)

Misschien ga ik toch maar weer voor de klas staan. Ik vertel het ze wel, de kindertjes: geluk, het komt en soms gaat het. Maar als het komt is het wonderschoon. Inspiratie, vriendschap en liefde: dat zijn de geluksdragers. Verzet regelmatig je spulletjes en tuur in de hoekjes. Ze liggen er. Echt.

*http://www.succesmanagement.nl/Gelukslessen,1,18,0.html

Leave a comment