To die for

  
CONTACT

Iemand belt mij telkens op, zegt niets,

vaag hoor ik een ademhaling zweven,

het kan de mijne zijn, maar ook die

van de ander, die hardnekkig zwijgt.

Ik leg weer op. Ben nu een man

die vreemde telefoontjes krijgt.


De display toont een nummer

met de code van een land dat ik niet ken.

Ik toets dat nummer, een voice mail klinkt.

‘Hallo met God, Ik ben er niet.

Laat naam noch boodschap achter,

Ik bel nooit terug. Leef rustig verder,

wacht desnoods tot piep, maar zwijg.’

Prompt word ik door de beller toch teruggebeld.

Weer hoor ik niets, hooguit die vage adem.

Ik ben de man die stil zijn hartslag telt.
Ooit bel ik Hem terug en zeg dan

wél iets na de piep. Dat doe ik niet meteen.

Ik wacht tot ik een geheim nummer krijg.


Die dag is nu, het contact is hier. Ik toets

Zijn nummer in. Krijg geen gehoor. Hij was me

voor. Hij heeft mijn nummer ingesteld.


Joost Zwagerman, 1963-2015

                         *

Op de radio legt een muziekkenner uit dat tien keer achter elkaar de zin ‘I’m dying to (…)’ in dat nummer op het nieuwe album meer betekent dan iets graag willen. Die tien keer duidt toch echt op de dood.

                         *

En ja, als je goed luistert naar de muziek en de clip bekijkt is het duidelijk: je ligt niet zomaar bij het nummer ‘Lazarus’ geblinddoekt op bed, waarna je langzaam lijkt te gaan zweven. Bowie is dood. En hij laat een kunstwerk van een aangekondigde dood na. 

                         *

Ivo ten Hove, theaterregisseur, wist als een van de weinigen dat Bowie ziek was. ‘Als ik in zijn ogen keek zag ik verdriet.’ Het verdriet van een man die zijn nog jonge dochter moet achterlaten. Een man die graag nog wat jaren doorgeleefd zou hebben.

                         *

Bowie ging destijds een beetje aan mij voorbij in de zeventiger jaren op dat keurige gymnasium. Mijn ouders draaiden zo nu en dan een elpee van James Last en ik klooide wel eens met een singeltje van Roberta Flack op een handgrammofoon in zo’n koffertje. De echte muziek als die van Bowie ging in de verwarrende tijd van thuis met herrie, ongeschreven regels en dedain van mijn moeder ten opzichte van de ‘buurjongens die alsmaar luisteren naar die ordinaire muziek’ aan mij voorbij. 

                         *

Ik las wel alles wat ik te pakken kon krijgen, zo ook het boek ‘Christiane F., wir kinder vom Bahnhof Zoo.’ De aan heroïne verslaafde Duitse tiener was dol op Bowie die in die jaren van Christianes heroïne-roes optrad in Berlijn. Alles had ze ervoor over om naar dat concert te gaan. En ze ging. Meedeinend en dromend op de wolken van haar heroïne-trip op Bowies weirde zeventiger jaren muziek. Ademloos las ik dat boek en ging op in een wereld die de mijne niet was, nooit zou worden, maar mateloos fascineerde.

                        *

Het verdriet in de ogen van Bowie zag ik maandagavond terug in de ogen van de door Coen Verbraak geïnterviewden over de eindigheid van hun leven. In het programma ‘Kijken in de ziel op de drempel’ vertelden denker des Vaderlands René Gude, columnist van het Parool, Albert de Lange, de jonge Laura Maaskant en anderen over hun naderende dood. Allen zijn ongeneeslijk ziek. Wat hebben zij gemeen, deze prettige, intelligente mensen die de zo wrede boodschap kregen dat zij niet meer lang zullen leven? De tijd, daar zijn ze het over eens, gaat onveranderd snel. Je wilt deze bewust en goed benutten, maar ‘ik verklooi toch ook wel een hoop tijd’, aldus Gude. Grootse en meeslepende bucket-lists zijn aan deze mensen niet besteed: nee, juist de gewone dingen, werk, gezin, familie zijn de essentie van het ingedikte bestaan. Intensiever en bewuster beleefd, dat wel. ‘Ik kan zomaar met een kop koffie zitten aan tafel, zonder iets erbij, geen telefoon, geen gesprek, geen krant, zo, zonder iets’, vertelt de communicatie-adviseur, moeder van een driejarige tweeling, met grote ogen. Zij lijkt er zelf verbaasd over. ‘Ik drink alleen maar die koffie.’ 

                      *

Op de vraag ‘wat laat jij na?’ komt de meest ontroerende reactie van strafrechter Karin Ringen. De tranen schieten in haar ogen als zij zich realiseert dat het gaat om ‘de herinneringen aan mij, misschien gaf ik iemand wat mee, wat geluk. Maar kinderen heb ik niet. Daarin zal ik niet voortleven.’ Allen spreken over de herinnering die geliefden en vrienden aan hen hebben. Ook waarde en waardering spelen een rol. De nuchtere Albert de Lange schiet vol als hij het over het afscheid heeft van de krant: ‘Iedereen was er. Ook de figuren waarvan ik weet dat zij een hekel aan dit soort zaken hebben.’ Hij beseft dat hij meer gewaardeerd wordt dan hij dacht. Een extra bonus om dat nog voor je begrafenis mee te krijgen. 

                       *

En ja, dat is het: de herinnering die wij hebben aan de lieve Cootje, aan de creatieve en gepassioneerde Rob, aan de intelligente Ige met zijn leeshonger. En ja, dat is het voor de generatie vijftigers en zestigers: de vreemde, van gedaante wisselende David Bowie, de herinnering aan vervlogen jeugdjaren in rokerige ruimten, op vage feestjes, tijdens onvergetelijke concerten. 

                         *

En ja, dat is het voor de dochter van Bowie: een vader, die met haar lachte en stoeide voor hij zo ziek werd. Die haar voorlas en naar haar luisterde als ze thuis kwam van school. 

                         *

David. Hij had en nam de tijd om in stijl afscheid te nemen van zijn publiek, zijn fans. 

      I’m a blackstar, I’m a blackstar

                       ★