Miss World

We zitten tussen de middag met ons drieën aan tafel, een beetje onwennig zo, op een door de weekse dag. De laptops staan opzijgeschoven op de randen van de tafel, oplaadsnoeren kronkelen als onschuldige slangetjes over de vloer naar de stopcontacten.

‘Wat wil je eten?’, vraag ik aan mijn man die gewoon ‘s ochtends nog naar het werk fietst en nu pauzeert. ‘Wil je een tosti?’

Hij wil een tosti. Mijn dochter niet. Zij heeft pijn aan haar kies.

‘Vanochtend zag ik een boomklever’, vertelt mijn man.

‘O ja?!’, reageert mijn dochter enthousiast. Even houdt zij niet meer haar wang vast. De liefde voor vogels is van vader op kind overgegaan. Ik weet wat een mus en een roodborstje is. En soms hoor ik een specht in het bos.

‘s Ochtends had ik gevraagd of de schutting eindelijk eens verplaatst kon worden’, vertelt mijn man. Hij werkt bij een zorginstelling, prachtig gelegen in het groen. ‘Ik kijk de tuin in en ja, ze zijn ermee bezig. De schutting is weg.’

Hij neemt een hap van zijn tosti. Mijn dochter en ik kijken hem beiden aan. En hij vervolgt.

‘Ik kijk dus naar buiten en ik zie opeens een boomklevertje, vlak voor me. Zo dichtbij, en ik pak mijn telefoon om een foto te nemen.’

Nu neemt hij een slok van zijn melk. Mijn dochter en ik kijken hem aan.

‘Ik pak mijn telefoon en, geloof het of niet, om de hoek komt opeens het hoofd Facilitaire Dienst aanzetten met de tuinman die de schutting verplaatste. Weg was het boomklevertje.’

Met een velletje witte keukenrol veegt hij zijn mond af. De tosti is op. Harde kruimels liggen op het bord. Mijn dochter legt haar hand op de wang.

‘Hoe ziet het boomklevertje er eigenlijk uit?, vraag ik.

‘Eh, nou, het boomklevertje is eigenlijk het mooiste vogeltje dat er is. Eigenlijk nog mooier dan de ijsvogel.’

Ik frons mijn wenkbrauwen. Ik weet dat hij dol is op ijsvogeltjes. Dat fijn getekende vogeltje in kobaltblauw met oranje. Dat lange, spitse snaveltje en fijnzinnige kopje. Mijn man ziet mijn vragende frons.

‘Tja, eh, het ijsvogeltje is natuurlijk de Miss World onder de vogels, zo…, eh, perfect’, legt hij uit.

‘Maar het boomklevertje is, hoe moet ik het zeggen? Ja, echt knap.’

Hij kijkt ons beiden een beetje verlegen aan.

‘Snap je? Gewoon knap en mooi, niet zo perfect.’

We snappen het.

One thought on “Miss World

Leave a comment